Verslag van ons bezoek aan PEFO en de Grannies op 31 -12-2013 en 5-1-2014.
Dinsdag 31 december 2013:
Om 10 uur had ik afgesproken met Justine, op het kantoor van PEFO. Hij is de coördinator van PEFO, onze partnerorganisatie in Uganda. Het was een hartelijke ontvangst voor mij en mijn Ugandeze schoondochter die mee was. We namen het programma voor de dag even door. Hij wilde langs alle 6 grootmoeders die in aanmerking kwamen voor een huisje. Zodra hij wist hoeveel huisjes de twee granny-groepen uit Nederland gefinancierd hadden, heeft de selectie plaatsgevonden. Het leek mij wat te veel van het goede om alle 6 grootmoeders te bezoeken. We kozen voor Safina, de grootmoeder die het 6de huisje, geschonken door een dame uit Friesland, gaat krijgen. ’s Nachts en ook nog gedurende het eerste deel van de dag regende het flink, waardoor de weg naar de plek waar Safina woont heel slecht was.
Levensverhaal van Safina: Safina is een weduwe van 56 jaar. Haar echtgenoot was veel ziek en had naast haar ook nog andere vrouwen. Hij had zoveel kinderen dat hij geen schoolgeld voor ze kon betalen, dus ook Safina’s kinderen hebben geen onderwijs genoten. Ze had 8 kinderen. De jongens zijn allemaal weggetrokken naar andere delen van het land. Twee van haar dochters zijn verlaten door hun echtgenoot. Die hebben allebei 3 kinderen en geen inkomen, waardoor ze bij Safina zijn ingetrokken. De dochters laten regelmatig de kinderen achter bij Safina en gaan dan op zoek naar wat werk. Maar ze brengen veel te weinig in om de kinderen te kunnen voeden. Toen de echtgenoot van Safina stierf, bleek dat hij bijna al hun land had verkocht.
Ook waren alle bezittingen verkocht om de kosten van het ziekenhuis te kunnen betalen. Safina heeft nu nog maar een heel klein stukje land, te weinig om daar de kinderen mee te kunnen voeden. In het voorjaar van 2013 regende en stormde het op een nacht zo hard dat een deel van het huisje instortte en op een aantal van haar kleinkinderen terecht kwam. Vijf kinderen waren gewond, waarvan ééntje zo ernstig dat die de volgende dag aan haar verwondingen overleed. Safina is nu, heel begrijpelijk, ontzettend bang als het waait en regent ’s nachts.
Dit is een heel triest verhaal, maar als je de situatie ook nog eens in werkelijkheid ziet, dan word je wel heel verdrietig. De armoede was zo ontzettend groot. Naast Safina en 4 weeskinderen van haar overleden zusters woonden er nog twee dochters met ieder 3 kinderen in het huisje. Dit huisje bestond uit 2 ruimtes, de vloer was gewoon dezelfde grond als buiten, vanwege de regen was het een modderig geheel. De kinderen, allemaal erg jong, zaten op de grond, gekleed in vodden en zagen er heel vies uit. Er was 1 bankje en 1 wankele stoel in het huisje. In een hoek lagen wat matrassen en dekens, allemaal even nat en vies. In het dak zaten de nodige gaten. In de achterste ruimte stond een bed, waarin een baby lag te slapen.
Achter het huisje waren de wc (een gat in de grond met wat vieze, kapotte rieten matten eromheen) en de badkamer (een teiltje en ook wat kapotte rieten matten). Voor het huisje was een klein hokje dat de keuken was. De blijdschap was groot toen Safina hoorde dat ze een nieuw huisje gaat krijgen. Het probleem was nog waar het huisje gebouwd moest worden, want haar stukje grond is niet groot. Eigenlijk moet het komen op de plaats waar haar oude huisje nu staat, maar het probleem was dat ze dan tijdelijk ergens anders onderdak moest vinden. Dat moet op een of andere manier gefinancierd worden, want geld daarvoor heeft ze niet.
Het nieuwe huisje zal dan wel een enorme vooruitgang voor haar betekenen, maar volgens Justine zal dat slechts het begin zijn van een langdurig proces. Er moet een enorme mentaliteitsverandering gaat plaatsvinden. Safina maakt nu een zielige, onderdanige en verslagen indruk. Maar ze zal zich moeten gaan herpakken. Ze zal moeten gaan letten op een veel betere hygiëne, zowel wat haarzelf betreft als de kinderen. Ze zal weer zelf een inkomen moeten gaan genereren. Ze zal naar cursus moeten om te leren hoe ze groente moet verbouwen. Ze zal een kalfje of en varkentje krijgen en ze zal leren hoe ze daarmee om moet gaan. Van haar wordt verwacht dat ze elke week deelneemt aan de groepsbijeenkomst van de grootmoeders.
Tijdens deze bijeenkomsten wordt gepraat over alles wat belangrijk is in het leven van deze vrouwen. En vooral over hoe ze de problemen te lijf moeten gaan. En wat ook enorm belangrijk is, de dochters zullen aangepakt gaan worden. Het is wel heel makkelijk om bij moeder in te trekken met de kinderen of de kinderen regelmatig bij moeder achter te laten. De dochters zullen moeten leren voor zichzelf en voor hun eigen kinderen te gaan zorgen. Volgens Justine hebben ze vaak geen idee hoe zwaar het is voor de grootouders om voor al die kinderen te zorgen en droppen ze de kinderen uit pure gemakzucht bij de grootouders. Ook de dochters zullen een vak moeten leren, zodat ze voor hun eigen kinderen kunnen gaan zorgen. Zodra het geld van de rekening van Worldgranny overgemaakt is naar PEFO gaan ze beginnen met de bouw van de huisjes. Maar eerst moeten de bakstenen nog gemaakt worden. Dat proces duurt ongeveer twee weken. Het bouwen van een huisje duurt ongeveer 4 weken.Na dit indrukwekkende bezoek aan Safina reden we naar de boerderij. Justine vertelde dat er veel plannen zijn voor de boerderij van PEFO. Er komt een ruimte voor een bibliotheek en een ruimte voor de vrouwen om te leren naaien. Ook zijn ze bezig een ruimte te bouwen waar een machine komt te staan die het mais gaat malen. De grootouders kunnen hier hun mais malen en daarna het maismeel verkopen. Dit brengt meer op dan wanneer ze de maiskolven zelf verkopen. Er zijn ruimtes waar vrijwilligers kunnen slapen. En ook ruimtes voor de bouwvakkers die de huisjes bouwen. Sommige van hen komen uit de buurt, andere komen van verder weg en worden dan op de boerderij gehuisvest. En ook het kantoor van PEFO verhuist naar de boerderij, zodat veel activiteiten zich concentreren op het terrein van de boerderij. De boerderij is een plek waar mensen leren met dieren , zoals geiten, varkens en koeien om te gaan, leren hoe ze allerlei soorten groeten kunnen verbouwen, hoe ze een kleine bananenplantage of koffieplantage kunnen opzetten. Er is een varkensfokkerij, zodat de grootouders een varkentje kunnen krijgen waarmee ze dan later zelf kunnen fokken. De boerderij vervult een voorbeeldfunctie voor wat er allemaal mogelijk is op het gebied van landbouw en veeteelt. Er was zelfs een biogas-installatie aangelegd: de varkensmest wordt in een paar bakken opgevangen en het gas dat vrijkomt wordt gebruikt om op te koken en voor verlichting. Het zag er heel eenvoudig uit, en het werkte prima.
Een ander project waar PEFO mee bezig is om zelf geld te verdienen is het toerisme-model. Er is contact met een Canadees toeristenbureau om reizen naar Uganda te ontwikkelen, waarbij mensen een paar dagen of langer kunnen meehelpen aan het project. Ook kunnen ze contact hebben met de grannies zelf en er wordt gekeken of er eenvoudige accommodatie gecreëerd kan worden om te overnachten. Maar dit plan staat nog in de kinderschoenen.
Ook probeert Justine sponsors te vinden voor een nieuw project dat gaat heten: ”Granny light up the village”. Vroeger was er in de Ugandese cultuur altijd veel respect voor oudere mensen.
Maar dat is steeds meer aan het verdwijnen. Het gebeurt tegenwoordig zelfs regelmatig dat de ouders van hun land verjaagd worden door de kinderen. PEFO zoekt naar een manier om dit gebrek aan respect tegen te gaan. Een manier kan zijn om, als een grootmoeder een huisje krijgt, ervoor te zorgen dat de naaste omgeving net als de grootmoeder licht krijgt. PEFO hoopt hiermee te bereiken dat de gemeenschap weer gaat inzien dat de ouderen ook van nut kunnen zijn voor deze gemeenschap. Men heeft ook al eens geprobeerd een grootmoeder uit haar nieuwe huisje te verjagen. PEFO is onmiddellijk naar de rechter gestapt en dit is teruggedraaid. Daarna heeft het niet meer plaatsgevonden.Maar wat deze dag tot een topdag maakte was het bezoek aan een vrouwengroep. De groep was niet zo groot, want deze dag werd een grootmoeder begraven. De bijeenkomst was dan ook niet in het buurtcentrum waar ze meestal de bijeenkomsten houden, omdat daar de begrafenis plaatsvond, maar bij granny Miriam thuis. Mirian was degene die twee jaar geleden verkozen werd tot Miss Granny. Ze was net terug uit Canada, waar ze samen met nog 5 grootmoeders uit Afrika naar een bijeenkomst geweest was georganiseerd door de Verenigde Natie., Doel van deze bijeenkomst was te praten met ouderen zelf over de situatie van ouderen in de hele wereld. De VN gaat de komende jaren extra aandacht geven aan de problematiek van ouderen in ontwikkelingslanden. Voor Miriam was deze reis natuurlijk een hele bijzondere gebeurtenis.
We werden uitbundig verwelkomd met zang en dans. Miriam en een andere granny begeleidden de groep op de drums, dat konden ze fantastisch. De grannies, waarvan sommige zo oud waren dat ze nauwelijks nog een tand in de mond hadden, waren bijna allemaal geweldige dansers. Om de beurt trad er iemand naar voren voor een solo, het was prachtig om te zien en te horen. Wat was het mooi geweest als met name de grannies uit Friesland dit ook eens konden zien. De grannies uit Amsterdam gun ik het ook hoor, maar die zijn allemaal al zo vaak in Afrika geweest, die kunnen zich hier wel wat bij voorstellen.
Vervolgens werden er de nodige toespraken gehouden. We werden welkom geheten door Miriam en een andere granny. Justine vertelde dat hij deze zomer in Nederland was geweest en toen ook een bezoek aan de grannies in Friesland had gebracht en daar heel hartelijk was ontvangen. Ook vertelde hij dat de grannies uit Amsterdam en Friesland veel geld bijeen gebracht hadden. Dat dat natuurlijk prachtig was en een hele goede start van het nieuwe jaar. Maar hij benadrukte dat er van de Ugandese grannies ook het nodige verwacht werd. Dat ze het komende jaar allemaal weer hard moeten werken aan het verbeteren van hun eigen situatie en ook aan die van de kleinkinderen. Ik had een soort collage gemaakt met foto’s van de grannies uit Amsterdam en Friesland en een paar van hun activiteiten. Justine bood die aan aan een paar van de grannies. We gingen met de collage de kring rond zodat iedereen die kon zien. Hij zou hem op het kantoor ophangen. De nodige dankwoorden volgden en ook ik ontkwam er niet aan om iets te zeggen. Ik gaf ze veel complimenten voor hun levenslust, hun inzet en hun doorzettingsvermogen. En vooral ook over hun danskunst. Dat die bijzonder was bleek uit het feit dat Justine ze al eens mee had genomen op een soort toernee naar het noorden van het land. Iedereen was daar onder de indruk van deze grannies. Toen was het helaas tijd om afscheid te nemen. Gelukkig ging dit gepaard met weer de nodige dansen.
Miriam liet ons hierna hun passievruchten-plantage zien. Ze had ook een zwangere koe en een aantal varkens. Ook verbouwde ze veel groente. Ze had gelukkig wel een man, een goede ook zei ze. En ze hadden het geluk dat ze een flink stuk grond bezaten. Maar ze had wel 15 wees- en kleinkinderen om voor te zorgen. Haar man kwam uit een gezin met 8 broers, waarvan hij als enige nog leefde en ook 3 van haar zussen waren overleden. Maar het was fantastisch om te zien hoe goed ze eruit zag en hoe vitaal ze was. Ze was weliswaar nog maar 50, maar had toch een zwaar leven. Terwijl we rondliepen op hun erf ging het dansen van de grannies onverminderd door. Wat een plezier hadden ze erin. We moesten nog met een granny mee naar haar huisje omdat ze ons wat wilde geven.
Ik vond het wat gênant om iets aan te nemen van iemand die het eigenlijk niet kan missen. Maar Justine legde uit dat het heel belangrijk was om dit aan te nemen, omdat de mensen door iets te geven hun dank willen uitdrukken. En het geeft ze ook eigenwaarde dat ze in staat zijn om iets te geven. We kregen een hele tros matoke. Dat zijn een soort bakbananen, ze smaken gekookt wat naar aardappel en het is het lokale voedsel.Al met al was het weer een bijzondere ervaring om op het project te zijn. Ik heb ontzettend veel bewondering voor de manier waarop Justine en zijn mensen dit werk doen. Hun betrokkenheid is groot en ze hebben echt een visie, ze zien de problemen waar dit land mee te kampen heeft haarscherp. En ze hebben oog voor de valkuilen van het project en doen daar wat aan. Ze geven niet alleen maar aan de grootouders, ze mobiliseren de grootouders (meestal dus grootmoeders en een enkele grootvader) ook voortdurend. En dan ben ik ook nog uitgenodigd om zondag een housewarming party mee te maken. Dat gaan we doen ook.
Zondag 5 januari 2014:
Op deze zondag was het heel ander weer. De situatie bij Safina zag er ook meteen iets minder deprimerend uit. Iedereen kon nu buiten zitten en de vloer van het huisje was weer droog. Maar de kindjes zagen er niet minder armoedig uit. Ook Safina had dezelfde, niet geheel schone jurk aan, waarschijnlijk haar enige jurk. Ik was nu met mijn zoon die zijn filmcamera had meegenomen. Safina leidde hem rond over haar erf, in haar huisje en in haar keuken. Ze vertelde hoe in het voorjaar van 2013 de muur van haar huisje ingestort was en op een aantal van haar kleinkinderen en haarzelf terecht gekomen was.
Een baby (de helft van een tweeling) is daarbij om het leven gekomen. Het kindje lag begraven op het erf. Ze vertelde over haar angsten als het regende. Justine wees op een groot gat in de muur: “dat is heel gevaarlijk vanwege slangen die binnen kunnen komen” vertelde hij. Af en toe kwamen er wat kakkerlakken langs rennen, brrrr. Op de vraag wat ze ervan vond dat ze een nieuw huisje kreeg, antwoordde Safina dat ze heen en weer geslingerd werd tussen blijdschap en bezorgdheid. Ze durfde het namelijk nog steeds niet te geloven. Eerst maar eens zien of het echt zo was. Na overleg met haar besloot Justine ter plekke dat het nieuwe huisje voor het oude huisje gebouwd zal gaan worden, zodat ze eerst niet hoeft te verhuizen. Ze krijgt dan achter haar nieuwe huisje een grotere tuin om eten te gaan verbouwen voor haar kleinkinderen. Het huisje komt dan wel wat dichter bij de weg te liggen, maar de afstand is toch nog groot genoeg.
.Na het bezoek aan Safina reden we naar de plek waar de housewarming party gehouden werd. Het gebeurt niet altijd dat een huisje zo feestelijk in gebruik wordt genomen. Maar nu wilde PEFO groot uitpakken met als achterliggende gedachte draagvlak te creëren voor de positie van de grannies. Ik vertelde al eerder dat het respect voor ouderen, dat vanuit de Ugandeze cultuur zo normaal was, aan het verdwijnen is. Met als dieptepunt het verjagen van ouderen van hun grond en uit hun huis door de familieleden. Door zoveel aandacht te geven aan de grannies en wat ze doen voor de kleinkinderen, hoopt PEFO dat de jongere generatie het belang van de ouderen weer gaat inzien.
We reden achter de pick up van PEFO aan. Onderweg werden al verschillende grannies in feestkleding in de pick up gehesen. Op de plek aangekomen werden we met dans, zang en veel gejoel ontvangen, wat een prachtige ervaring weer. Er waren diverse tenten neergezet voor de grannies, buurtbewoners, lokale politici en voor ons. Miriam had de leiding over het hele gebeuren en rende van hot naar her om alles in goede banen te leiden. En dat lukte haar uitstekend. Er was een ceremoniemeester die alles strak in de hand hield.
Na het dansen werd de ceremonie geopend met gebed onder leiding van een dominee. Er volgden twee volksliederen, het officiële,dat maar 25 seconden duurde en het volkslied van de stam van het gebied dat met aanmerkelijk grotere toewijding meegezongen werd (te vergelijken met ons Friese volkslied). De nodige toespraken volgden, maar ze waren allemaal kort maar krachtig. En dat is nog wel eens anders in Afrika. Veel bedankjes werden uitgesproken voor Justine en voor de grannies uit Nederland.
Het huisje dat vandaag officieel geopend werd was gebouwd voor Lovisa. Zij is 74 jaar. Uit haar eerste huwelijk kreeg ze 1 dochter. Het huwelijk strandde omdat ze 8 jaar lang voor haar eigen moeder gezorgd heeft, die volslagen afhankelijk van haar was. Al die tijd pendelde ze heen en weer van haar eigen huis naar haar moeders huis. Haar man was dit op een gegeven moment beu en ontzegde haar de toegang tot hun huis. Ze trok met haar dochter bij haar moeder in. Deze verdeelde haar grond tussen Lovisa en een zuster van haar, waarbij Lovisa als dank voor haar zorg het grootste gedeelte kreeg. Na de dood van haar moeder echter pikte haar zuster haar deel van het land in, met als argument dat Lovisa nog een man had waar ze wel naar toe kon. Dat kon echter niet meer.
Lovisa trouwde met een andere man, een man die al getrouwd was, zodat ze de tweede vrouw werd. Ze kreeg nog een paar kinderen van hem, maar toen ze geen kinderen meer kon krijgen stuurde hij haar ook weg, ze ging in de keuken (een klein hutje dat los van het huis stond) wonen. De grond die zij en haar zuster van haar moeder geërfd hadden, was inmiddels verkocht door de zus. Ze had dus bijna niets meer en verloor alle hoop. Inmiddels had ze ook de zorg voor 6 kleinkinderen. Toen haar man overleed, greep de groep van PEFO grannies die actief was in haar gebied in. Zij overtuigden de plaatselijke leiders ervan dat Lovisa het land van haar overleden man in eigendom moest krijgen. Dat is gelukt en op deze grond werd haar nieuwe huisje, gefinancierd door Grannies2Grannies, gebouwd. Eén van haar kleindochters vertelde dat ze haar oma nog nooit zo gelukkig had gezien. Ze kon het nog steeds niet geloven dat ze eigenaresse was geworden van een huis! “Dit is zoiets groot voor de grootmoeders, daar hebben jullie geen idee van. In jullie ogen is het een heel simpel huisje, maar er zijn zoveel mensen in Uganda die zelfs na een leven van hard werken als bijvoorbeeld politie-agent of verpleegster, zich zoiets niet kunnen veroorloven”, vertelde Justine me.
Toen was het tijd voor de officiële opening. Er werd een stoet gevormd, met voorop granny Lovisa die de nieuwe bewoonster was (ze had het huisje al eerder in gebruik genomen) met haar 6 kleinkinderen. Lovisa had een bruidsjurk aan, een aandoenlijk gezicht, ze was 74 en dan in een echte witte bruidsjurk met allerlei tierelantijnen en een sleep eraan. Achterliggende gedachte volgens Justine is dat ze het huisje beschouwt als haar nieuwe echtgenoot. Hij had dit één keer eerder meegemaakt. De kleinkinderen liepen achter haar aan in mooie nieuwe, traditionele kleding. Justine en de lokale politici kwamen achter de kleinkinderen (ik werd ook geacht daar tussen te lopen, maar ik gaf er de voorkeur aan om het geheel van een afstandje goed in me op te nemen en foto’s te maken). Hierna volgden de overige gasten. Aan het begin van het erf van Lovisa stond een versierde poort met een lint, dat eerst doorgeknipt moest worden. Dansend en zingend ging de stoet naar de ingang van het huisje. Daar werd het huisje gezegend door de dominee en werd weer een lint doorgeknipt. Vervolgens stroomde iedereen naar binnen, ongelooflijk hoeveel mensen er in zo’n huisje passen……
Buiten stonden de drums al klaar en was het weer tijd voor een uitbundige dans, waarin de kleinkinderen van Lovisa de hoofdrol vervulden. Er volgden weer een paar toespraakjes en toen was het tijd voor het eten. Daarvoor waren diverse grannies al urenlang in de weer geweest om alles klaar te maken. We kregen matoke ( een banaan die ze koken en die een beetje naar aardappel smaakt), rijst, kip, vlees en een soort spinazie, het was heerlijk. Hierna moesten wij snel weg omdat het nog een aantal uren rijden was naar Kampala. Op zich is de afstand Jinja – Kampala niet heel groot, maar door de files doe je er uren over. Het was een prachtig feest en het was fantastisch om te zien hoeveel impact zo’n huisje heeft op het leven van een granny. Het huisje van granny Lovisa was keurig op orde, alles was schoon en opgeruimd. Wat een verschil met het huisje van Safina. Hoe kan je ook alles schoonhouden als je vloer van modder is, de regen steeds alles nat maakt en de kakkerlakken over de vloer rennen. Zij gaf ook aan dat ze verwachtte dat ze in haar nieuwe huisje alles beter op orde zou kunnen houden. Wat geven deze dagen mij weer een motivatie om door te gaan met het werk van de grannies.
En wat speet het mij weer dat de andere grannies uit Friesland niet aanwezig waren bij deze gebeurtenissen om met eigen ogen te zien wat een nieuw huisje betekent voor een oma en haar kleinkinderen. Zelf ben ik weer enorm gemotiveerd om door te gaan met dit project. En ik hoop dit, o.a. door dit verslag over te kunnen brengen op de andere grannies in Friesland en Amsterdam. En Carolien, ze verwachten je weer in het voorjaar. Er ligt een taak op je wachten in het nieuwe naai-atelier dat er komen gaat (als dat dan al klaar is).
Januari 2014, Ria Bakker