Op dinsdag 11 juni 20129 vertrokken wij, Klara Dam en Ria Bakker van Grannies2Grannies Friesland met de nachtvlucht naar Oeganda. De volgende ochtend werden we door Khasim, onze trouwe chauffeur van Pefo opgewacht. Na een rit van 5 uur bereikten we onze accommodatie in Jinja. Voor Klara was het de eerste keer dat ze het project in Oeganda bezocht en ze had onderweg dan ook haar ogen uitgekeken naar de chaos die overal heerst.
Woensdag 12 juni werden we om 9 uur opgehaald door Justine Ojambo, koördinator van het project en Khasim de chauffeur. We reden eerst naar de St. Noa Mawaggali Secondary School, waar we een gesprekje hadden met Anna Namulondo. Anna is een meisje dat aanvankelijk gesponsord werd door een Nederlandse lerares. Deze kon helaas de sponsoring niet voortzetten, hierdoor dreigde Anna te moeten stoppen met haar opleiding. Gelukkig vonden wij een grootmoeder uit Leeuwarden bereid haar opleiding verder te betalen. Anna is de kleindochter van één van de grannies die bij het project is betrokken en ze viel op omdat ze zo serieus en hardwerkend was.
Ze heeft nog twee jaar middelbare school voor de boeg en daarna gaat ze waarschijnlijk een opleiding tot landmeter doen, een beroep waar veel behoefte aan is omdat de meeste mensen in Oeganda hun grond nog niet officieel op hun naam hebben staan.
Op weg naar het gebouw waar Pefo gehuisvest is, kwamen we langs Deborah Bangi, een granny die vorig jaar een huisje kreeg van iemand uit Castricum. We hadden tijdens een vorig bezoek foto’s van haar en de kleinkinderen gemaakt en die brachten we nu even langs.
We kwamen er achter dat de meeste grannies en hun kleinkinderen geen enkele foto van zichzelf of van hun oma hadden. Ze zijn dan ook heel verrukt van de foto’s.
Op het project dronken we een snelle bak koffie en we gingen al vlug weer op pad. We kwamen langs de kliniek van sister Rose en daar brachten we een zak met verbandmiddelen en wat medicijnen. Zoals altijd had sister Rose alle tijd voor ons, ook al puilde de kliniek uit van de patiënten. Ze dreigde overgeplaatst te worden naar een andere locatie, maar omdat ze zo goed is, zowel in haar vak als voor de grannies, heeft Pefo met succes dit tegen weten te houden.
Sister Rose maakte dankbaar gebruik van de bloeddrukmeters en stetoscopen die een gulle gever had geschonken.
De volgende stop was bij Nikaranda Bikufaki, de granny die naar aanleiding van de uitzending van Max Maakt Mogelijk een huisje heeft gekregen van een echtpaar uit Vleuten. Omdat Nikaranda wat extra geld had gekregen, is in overleg met haar waterleiding aangelegd naar haar huisje toe. Hoewel het huisje nog niet helemaal klaar was, was de kraan van de waterleiding al wel in gebruik. Deze moet echter ook nog wat afgewerkt worden. Maar er stonden al mensen in de rij met een jerrycan voor water. De kraan (met een slot erop) werd beheerd door één van de kleinkinderen van Nikaranda. Dit is voor hen een manier om wat extra geld te verdienen.
Rose Makoha was de volgende granny die we bezochten. Wat was dit een ongelooflijk leuk bezoek. Rose heeft een huisje gekregen van een grootmoeder uit Wommels. Omdat haar huisje al helemaal klaar was konden we bij haar goed zien wat een enorme verbetering het nieuwe huisje voor haar en de kleinkinderen betekende. Omdat zij ook wat extra geld had gekregen van haar donor, kon zij een winkeltje openen. En omdat zij tegenover een school woont, verkocht ze schoolspulletjes, zoals pennen en schriften. Maar ook kleine zelfgebakken snacks die de kinderen in de pauze bij haar kwamen kopen. Haar eigen kleinkinderen zitten ook op de school tegenover haar huisje. Zodra het pauze is rennen die naar huis om mee te helpen met de verkoop. Ze verdient een leuk bedragje met het winkeltje. Hiervan kan ze het schoolgeld betalen en voor voldoende voedsel zorgen.
Hoewel we Jane de volgende dag met de filmploeg van Max zouden bezoeken, gingen we toch even bij haar langs. Jane is in de eerste uitzending van Max gefilmd en kreeg toen een huisje plus extra geld voor kleding, beddengoed en een winkeltje. Ze verkoopt eieren, groente, fruit, houtskool, benzine en nog veel meer in haar winkeltje. Hierdoor kunnen alle kleinkinderen, behalve de jongste, naar school.
De lunch sloegen we vandaag maar over. We hadden zoveel te doen. Het meest ontroerende is altijd wanneer we een granny kunnen vertellen dat ze een nieuw huisje krijgt. En dat gingen we nu doen. We mochten Monica Namwebya vertellen dat ze een huisje had gekregen van de organisatie Charitas uit Uden.
Monica is een 66 jarige weduw die de zorg heeft voor 7 kleinkinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar. Niemand van de kleinkinderen gaat naar school, de oudere kinderen werken in suikerplantages in de buurt om wat geld te verdienen. Het dakconstructie van het huisje zag er levensgevaarlijk uit. De balken waren bijna doorgebroken. Af en toe kwamen er ratten en slangen het huisje binnen, doodeng allemaal. Ze was dan ook dolgelukkig toen ze hoorde dat deze ellende binnenkort voorbij is.
En dan Mangadalena. De vorige keer zagen we een te neergeslagen, vrij jonge granny, in een ontstellend slecht huisje met heel veel kleine kleinkinderen. Zoveel dat ze ’s nachts niet eens allemaal in het huisje pasten, de jongsten moesten bij de buren slapen. Nu kwam er een bijzonder vrolijke vrouw op ons af, die ontzettend blij was met het huisje dat ze gekregen had van een echtpaar uit Roermond.
Het huisje was nog maar net klaar en ze was nog bezig haar weinige spullen grondig schoon te maken voordat die het nieuwe huisje in mochten. De kinderen zagen er ook een stuk blijer uit vergeleken met ons vorige bezoek in februari van dit jaar. Ook haar zouden we met de filmploeg van Max de komende dagen nog een bezoek brengen.
Op weg naar de laatste granny van deze dag kwamen we langs een gebouw, waar een groep grannies bezig was te oefenen voor een optreden dat ze een paar dagen later in Kampala tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Naties zouden gaan geven. En dat was een heel leuk optreden. Wat voelden we ons bevoorrecht dat we dit allemaal mee mochten maken.
Alice Tibawaika was dus de laatste granny die we deze dag bezochten. Zij had eerder een huisje gekregen van een grootmoeder uit Naarden. Het huisje was nog in aanbouw. Ook had ze wat extra geld gekregen, waarvan een paar geiten voor haar gekocht waren. Ze wilde eerst een bananenhandeltje beginnen, maar omdat ze rugklachten heeft en bananen zwaar zijn, had ze besloten om geiten te gaan fokken. Omdat ze nu weer wat geld van de betreffende grootmoeder had gekregen, zijn we gaan praten met haar oudste kleinkind, Herman genaamd. Bij ons vorige bezoek vonden we al dat hij eigenlijk naar school moest.
We dachten zelf aan een vakopleiding tot timmerman. Maar tot onze verrassing zei hij dat hij eerst nog naar de lagere school wilde. Want hij wilde leren schrijven en lezen. Wel heel dapper van deze Herman, want hij komt bij kinderen in de klas die een stuk jonger zijn dan hij is.
De volgende dag ontmoetten we de filmploeg van Omroep Max om half 10 bij een restaurant annex supermarkt in Jinja. De crew bestond uit twee cameramannen, een geluidsman, de regisseur en de producer. Jan Slagter zou de volgende dag mee komen voor de interviews. We reden meteen door naar de eerste granny van deze dag, Florance Bikufa. Haar mochten we vertellen dat ze een huisje kreeg naar aanleiding van de uitzending van Max Maakt Mogelijk.
Justine vertelde hoe trots hij op deze oma was. Ondanks alle ellende hield ze er de moed goed in. Ze ging elke dag naar de markt in Jinja om daar fruit te verkopen. Maar ze was dan altijd erg bezorgd om de kleinkinderen die alleen thuis waren. Maar ze moest wel om aan eten te komen en om het schoolgeld te kunnen betalen.
Wat was ze blij toen ze hoorde dat ze een huisje kreeg. Klara moest voor de camera vertellen wat dit met haar deed. Ze hield het niet droog, maar ze was niet de enige, ook één van de cameramannen had het moeilijk…..
De pick-up waarmee wij reisden, vervoerde niet alleen ons, maar vandaag ook twee hoogzwangere geiten, die we af gingen leveren bij Sauba.
Sauba was de grootmoeder die we bij ons vorige bezoek doodziek aantroffen. Zij kreeg een huisje van iemand uit Baarn. Dat drong toen nauwelijks tot haar door. We bezochten haar later nog in het ziekenhuis, waar ze bijna verhongerde omdat niemand eraan gedacht had om eten voor haar te maken. Maar vandaag straalde ze helemaal. Haar huisje was klaar en nu kreeg ze ook nog twee zwangere geiten! Het is de bedoeling dat ze met die geiten verder gaat fokken. Ze kan dan twee dingen doen: een paar geiten verkopen en schoolgeld betalen, of wachten tot ze acht geiten heeft en die dan inruilen voor een koe. Ze heeft dan melk voor de kinderen.
Vervolgens reden we met de crew van Omroep Max naar het huisje van Florence Nabirye.
Florence was de vorige keer heel boos toen we bij haar aankwamen, omdat ze net hard tegen haar oor was geslagen door iemand die niet helemaal normaal functioneerde. Maar toen ze hoorde dat ze een huisje kreeg van de Casa Ladies with a Mission uit Haren/Eelde ging ze helemaal uit haar dak.
Het huisje van Florence was nog niet helemaal klaar, men was nog volop bezig met de bouw ervan. Jongeren waren onder leiding van een ervaren iemand bezig met het dak van het huisje. Een bijkomend maar niet onbelangrijk effect van de uitzending van Max Maakt Mogelijk is dat jongeren de kans krijgen om het vak van bouwvakker te leren. Ze verdienen ook meteen geld.
Er komt wel wat kijken voor een televisieprogramma van 27 minuten! De filmploeg bestond uit fijne mensen, die heel betrokken waren op het project.
Op weg naar het project (daarmee bedoelen we de gebouwen van Pefo) kwamen we langs een school waar Pefo nauw contact mee heeft. Naar aanleiding van de televisie-uitzending van Max Maakt Mogelijk heeft een gezin uit Ede besloten het project van Pefo langdurig te gaan steunen. Zij gaan zich met name richten op het onderwijs. Met behulp van ouders/schoonouders gaat deze school afgebouwd worden.
De klassen waren overvol en de leerkrachten konden weinig anders doen dan klassikaal één en ander opdreunen, want leermiddelen waren er nauwelijks. Maar enthousiasme was er genoeg. Ook de cameraman had het zichtbaar naar zijn zin.
We reden terug naar het project van Pefo, waar twee boda-boda’s klaar stonden om ons met wat lappen stof onder de arm naar de naaiclub te brengen. Boda-boda’s zijn brommertjes die in Oeganda gebruikt worden als het lokale vervoermiddel.
De naaiclub bestaat uit een 15-tal vrouwen die twee keer in de week bij elkaar komen op het project om daar spullen te maken voor de verkoop. Ze maken o.a. schorten, tassen, ovenwanten en stoffen beesten. Die kopen wij van ze om ze in Nederland op markten en braderieën en tijdens voorlichtingsbijeenkomsten te verkopen. Ook verkopen ze spullen in het winkeltje op het project. De vorige keer vroegen ze ons of wij er voor konden zorgen dat ze allemaal een eigen naaimachine zouden krijgen. Dan kunnen ze thuis aan de slag en hoeven ze de kleinkinderen niet alleen te laten. Ook kunnen ze voor anderen in opdracht kleding maken. Gered Gereedschap heeft inmiddels toegezegd dat ze in de tweede helft van dit jaar 15 naaimachines zullen sturen. Weer 15 hele blije grannies!
Na nog een interview met Justine over de invloed die vader Wijand, de Nederlandse pater die hem als kind min of meer geadopteerd heeft, op zijn leven heeft gehad, ging de televisieploeg van Max richting Kampala. Wij bleven nog een tijdje op het project, o.a. om met de borduurploeg te praten en het winkeltje te bekijken, dat er niet goed uit zag. We bespraken met Judith van het project hoe dit eventueel anders moet. Hier gaan we in november verder mee aan de slag. Het was weer een lange, maar hele mooie dag.
Op de tweede filmdag, de derde dag voor ons op het project, moest er eerst geoefend worden met de boda boda. Jan Slagter was vandaag ook aanwezig. We zouden met drie boda boda’s op weg gaan naar granny Saina, wij achterop en Jan die zelf reed.
Maar op weg naar Saina kwamen we weer langs het huisje van Rose Makoha. Ze had op dat moment veel klandizie voor haar winkeltje. Hoewel het niet in het script stond, vond de filmploeg dit zo leuk, dat zij uitgebreid gefilmd werd.
Hierboven drie van de kleinkinderen van Saina. Alle kinderen zagen er schoon en netjes uit. Wat een verschil met de eerste keer dat ze gefilmd werden. Bij alle grannies zien de nieuwe huisjes er ook heel netjes opgeruimd uit. Nu is dat niet zo moeilijk, omdat ze nauwelijks spullen hebben. Maar je kan toch zien dat ze alles heel schoon houden.
We werden uitbundig uitgezwaaid door Saina en alle kleinkinderen. Ook de boda boda jongens werden bedankt en we stapten weer in de pick-up met Khasim, onze chauffeur. Tapenenzie was de volgende oma die we bezochten. Ook zij was eerder gefilmd door de ploeg van Max. En ook hier was het verschil met toen zo ontzettend groot. De eerste keer dat we Tapenenzie ontmoetten, voelde ze zich heel ziek. De kleinkinderen zaten er onthutst bij, ze waren heel bezorgd. En nu stond ze te juichen in haar winkeltje, zo mooi!
.De laatste oma die we tijdens deze reis bezochten was Mangadalena. Wij hadden haar op de eerste dag ook al ontmoet. Nu kwamen we haar twee geiten brengen, die al weer een behoorlijke tijd in de bak van de pick-up hadden moeten doorbrengen.
Het huisje van Mangadalena had inmiddels een naam gekregen. De betreffende donoren zullen het wel herkennen. De geiten betekenen voor Mangadelena ook een bron van inkomsten, waarmee ze in de toekomst het schoolgeld van de kinderen kan betalen.
De filmploeg kon weer de lange terugreis naar Kampala aanvangen en wij werden door onze geweldige chauffeur Khasim teruggebracht naar onze lodge. Het waren weer gedenkwaardige dagen, waarin ons vooral de enorme impact is opgevallen van het hebben van een eigen handeltje voor de grannies. Het geeft ze een groot gevoel van eigenwaarde dat ze zelf weer voor wat inkomen kunnen zorgen op een waardige manier. Ze betekenen zo weer wat voor de gemeenschap en hun sociale contacten nemen door hun winkeltje enorm toe. Ook de voorbeeldfunctie voor de kleinkinderen is van groot belang.
In een eerder stadium hadden we al besloten niet 3000 euro voor een huisje over te maken, maar 3100 euro. Dit omdat we het belangrijk vinden dat elk huisje een zonnepaneeltje met accu krijgt, zodat de grannies en de kleinkinderen niet vanaf 7 uur ’s avonds in het donker hoeven te zitten, of een gevaarlijke en dure kerosinelamp aan moeten steken. Maar nu hebben we als groep ook besloten dat we 3200 euro per huisje over gaan maken. Van die 100 euro extra kunnen de grannies een eigen handeltje opzetten, geholpen door Pefo.
Op deze manier kunnen ze zelf voor inkomsten zorgen en geld verdienen voor eten, kleding en schoolgeld. Er zijn nog heel veel grannies die dringend een huisje nodig hebben, dus we zijn nog lang niet klaar. Maar we hopen dat deze uitzending, die pas aan het eind van het jaar op televisie komt, weer voor de nodige huisjes zal zorgen. Wij zijn Omroep Max en Max Maakt Mogelijk ontzettend dankbaar dat zij ons op deze manier helpen om nog meer oma’s en kleinkinderen in Oeganda weer een toekomst te geven.